Steen
Zie Stein
Nederlandstalige WikiWoordenboek
steen - Zelfstandignaamwoord 1. (m) een harde stof, vaak op kiezel gebaseerd maar omvattende vele soorten ♢ Huizen worden vaak van steen gemaakt, omdat het zo goed bestand is tegen weersinvloeden. 2. (m) een klein fragment van deze stof ♢ Er ligt een k...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
steen - zelfstandig naamwoord 1. harde materie die in de aardbodem voorkomt ♢ dit huis is van steen 1. zo hard als steen [erg hard] 2. een steen des aanstoots ...
Jargon & Slang van Wielrenners
Steen - 'zich als een steen naar beneden laten vallen': in een halsbrekend tempo naar beneden bollen. Fr. descendre à tombeau ouvert, rouler sur les chapeaux de roue; Eng. at breakneck speed. 'Als een steen rijden': erg snel. Hij ging ons voorbij als een steen. - Gijs Zandbergen, Alleen op kop (1980)
Het wijnetiket verklaard (Uitgave 2011)
(Z.A.) Chenin Blanc, een witte druivenras.
Ruim 2300 medische begrippen, omschreven door Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt
Zie (ook) blaassteen, galsteen, niersteen, speekselkliersteen
Golfsportwoordenboek door Jan Luitzen
(de; stenen) - los natuurlijk voorwerp dat overal weggenomen mag worden behalve als de bal én de steen in een bunker of waterhindernis liggen. • Stenen in bunkers kunnen echter gevaar opleveren voorspelers (een speler zou verwond kunnen raken door een steen die door de stok van de speler wordt geraakt wanneer hij de bal wil spelen) en zij kunnen b...
Verklaringen van woorden die gebruikt worden in teksten over kunst.
Steen is een natuurlijk of kunstmatig gevormd vast materiaal (met een hoge dichtheid) dat o.a. door beeldhouwen is te bewerken; zie natuursteen en baksteen.
Door Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart
Geen steen op de andere laten, alles vernietigen; (fig.) tot het uiterste gaan in het veranderen van iets. ‘Voorwaar, Ik zeg u, er zal hier geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal worden weggebroken’, zegt Jezus terwijl hij zijn discipelen op de tempel van Jeruzalem wijst (Matteüs 24:2, NBG-vertaling; de NBV heeft ‘geen enkele steen’)....
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg: Vloeken, een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie (SDU, 2001).
In de 16de en 17de eeuw komt de formule bij degodsige stenen voor. Daarnaast noteerde men bij W. Ogier bij gans steenen sonder pruimen. Ik laat hier gaarne De Baere (1940: 107-108) in een aangepaste spelling aan het woord: “De vorm stenen kan zeer goed door de gewone voorvoeging van de eind-s van Godes zijn ontstaan. Maar...
Hans Biedermann
Met de signatuur van duurzaamheid en onvergankelijkheid, is steen in veel culturen een symbool van de goddelijke macht. Daarbij komt nog dat aan sommige stenen vonken ontlokt kunnen worden, en dat andere uit de hemel vallen (meteorieten) of opvallende vormen hebben.In de oudste cultuurperioden kende men alleen het gebruik van steen voor het vervaar...
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
m. (stenen), als coll. stofn. m. en als abstracte stofn. o., 1. harde delfstof, niet smeedbaar, niet brandbaar en ook niet in water oplosbaar, in bewerkte vorm veel als bouwmateriaal (natuursteen) en voor bestrating gebruikt; als kunstmatige, uit klei gevormde en gebakken stof (baksteen); (zegsw.) hij klaagt — en been, hij klaagt geweldig; hi...
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie
calculus, lithos, een abnormaal vormsel van harde consistentie, meestal bestaande uit anorganische (minerale) zouten. Al naar de plaats en de oorzaak waardoor ze zijn gevormd en hun samenstelling en vorm zijn o.a. te onderscheiden: Adersteen, flebolith; blaassteen, o.a. cystinesteen en oxalaatsteen (de z.g. moerbeisteeri); darmsteen, enteroliet; f...
Nederlands woordenboek (7e druk)
m. (stenen), v. (als coll. stofn.) en o. (als abstracte stofn.), 1. harde delfstof, niet smeedbaar, niet brandbaar en ook niet in water oplosbaar, in bewerkte vorm veel als bouwstof en voor bestrating gebezigd : een blok steen ; Doornikse, Vilvoordse steen ; — als kunstmatige, uit klei gevormde en gebakken stof: machinale steen-, Utrechtse, F...
25 delen, uitgegeven 1933-1939. Uitgeverij Joost van den Vondel te Amsterdam.
1° Jan, schilder. * Ca. 1626 te Leiden, ✝ 3 Febr. 1679 aldaar. Leerling van Adr. v. Ostade en Jan v. Goyen, wiens dochter hij huwde. Hij werkte afwisselend te Leiden, Den Haag, Haarlem en Delft; behalve schilder was hij houder eener taveerne. Hij is een van de grootste genreschilders geweest, die ooit geleefd hebben. Uitbeelder van het menschel...
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren (1938).
Jan Havicksz. Steen (+/1626— 1679) is een onzer beroemdste i7de-eeuwse schilders. Hij werd te Leiden geboren en heeft hoofdzakelijk ook in den Haag, Haarlem en Delft gewoond.Hij ging eerst in de leer bij Knupfer in Utrecht en bij.v. Ostade in Haarlem, ten slotte werkte hij op het atelier van van Goyen in den Haag, die zijn schoonvader werd. H...
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Steen - — zie BAKSTEEN, KUNSTSTEEN en NATUURSTEEN. — concrement, calculus, steenharde vormingen, voorkomende in de holten van het lichaam, doch daarmede niet vergroeid. Steenvorming komt meestal tot stand, doordat uit de lichaamsvochten zekere minerale en organische bestanddeelen neergeslagen worden en zich ophoopen rondom vaste punten. Dit neersla...
Handelslexicon (1910) door J. Hagers
Steen - gewicht o.a. bij den handel in vlas = 2.7 K.G.
Collectie Nederland: Musea, Monumenten en Archeologie
Harde delfstof die niet smeedbaar, niet brandbaar en (vrijwel) niet in water oplosbaar is. Wordt in de bouwkunst gebruikt als houw-, breuk- of veldsteen.
Gerelateerde zoekopdrachten