Steen - 'zich als een steen naar beneden laten vallen': in een halsbrekend tempo naar beneden bollen. Fr. descendre à tombeau ouvert, rouler sur les chapeaux de roue; Eng. at breakneck speed. 'Als een steen rijden': erg snel.
Hij ging ons voorbij als een steen. - Gijs Zandbergen, Alleen op kop (1980)