Veel bezitten. Het woord ‘steen’ dient ter versterking van de zin, doch is, als zovele andere versterkingen, geheel zinledig. Een ‘steen’ heeft met de kwestie van al of niet bezitten niets uitstaande,... Lees meer
Ironisch gezegde voor het Engels, dat gesproken wordt door vele zeevarenden. Ontleend aan de taal van die zeelieden, die regelmatig op kolenboten van en naar Engeland voeren
Een poëtische hyperbool: het is zó roerend, zó meelijwekkend, dat men er een steen zachter mee zou maken. Eigenlijk slaat de zegswijze op ‘het hart van steen’, dat week gemaakt wordt of moet worden. D... Lees meer
Deze zegswijze is ontleend aan 1 Petr. 2:7, waar van Christus gezegd wordt: ‘U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar de ongehoorzamen wordt gezegd: de steen, die de bouwlieden verworpen hebben, deze... Lees meer
Soms ook: hij klaagt de stenen uit de straat. Oorspronkelijk sprak men van: steen en been 'zweren', d.i.: zweren bij de heilige gesteenten en de gebeenten van de heiligen, bij de grafstenen van de hei... Lees meer
Bedoeld wordt hier: het middel zoeken om van onedele metalen e.d. goud te maken, waarmee zich in vroeger eeuwen de alchimisten bezighielden, overigens zonder te slagen. Vandaar dan ook de betekenis de... Lees meer