spijt
spijt - Zelfstandignaamwoord 1. ~ hebben over de wens koesteren een gemaakte keuze nog te kunnen veranderen ♢ Ik heb er spijt over weggegaan te zijn. 2. ten ~ ondanks ♢ Het slechte weer ten spijt is hij toch gekomen. spijt - ...
Nederlandstalige WikiWoordenboek
spijt - Zelfstandignaamwoord 1. ~ hebben over de wens koesteren een gemaakte keuze nog te kunnen veranderen ♢ Ik heb er spijt over weggegaan te zijn. 2. ten ~ ondanks ♢ Het slechte weer ten spijt is hij toch gekomen. spijt - ...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
spijt - zelfstandig naamwoord 1. het jammer vinden omdat je iets verkeerd hebt gedaan ♢ hij voelde spijt omdat hij zijn zoon niet geholpen had 1. ergens spijt van hebben [het jammer vinden] ...
Schrijver op Ensie
Spijt is het gevoel dat iets zowel anders als beter had gekund. Spijt hebben is beseffen dat door eigen handelen of gedrag iets jammerlijk verkeerd is gegaan. Spijt is stilstaan bij eigen nalatigheid. Gevoelens van spijt leiden eventueel tot excuses. Bij drukte op iemands tenen staan en ‘Sorry’ zeggen. ‘Sorry, sorry’ is het...
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
v./m. (g. mv.), 1. leedwezen, berouw, verdriet over iets dat men meent ten onrechte gedaan te hebben; ook door het gevoel iets verzuimd te hebben: daar zul je geen — van hebben, het is goed, voordelig om dat te doen, te kopen enz.; (iets zwakker dan) berouw: — van iets hebben; 2. wrok, wrevel; 3. ten, in — van, in weerwil van.
Nederlands woordenboek (7e druk)
I. zn. v., g. mv., 1. (w. g.) ergernis, wrevel: hij zal van spijt nog bersten; — (Zuidn., zegsw.) tot spijt van wie ’t benijdt; 2. leedwezen over iets waarvan men het gevoel heeft dat het ook anders had kunnen zijn ; bep. het gevoel iets verzuimd te hebben : tot mijn spijt moest ik thuisblijven ; daar zul je geen spijt van hebben, het...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Het begrip spijt heeft 3 verschillende betekenissen: 1. spijt - SPIJT - v. leedwezen, verdriet: tot mijn spijt moest ik thuis blijven; berouw over iets: spijt van iets hebben, gevoelen; ten spijt van, in weerwil van; — verkropte gramschap : hij zal van spijt nog bersten; — (veroud.) in spijt van het slechte weer, ondanks, in weerwil v...
Gerelateerde zoekopdrachten