spijt - Zelfstandignaamwoord
1. ~ hebben over de wens koesteren een gemaakte keuze nog te kunnen veranderen
♢ Ik heb er spijt over weggegaan te zijn.
2. ten ~ ondanks
♢ Het slechte weer ten spijt is hij toch gekomen.
spijt - Voorzetsel
1. (verouderd) ondanks
♢ Hij is spijt dezes toch gekomen.
spijt - Werkwoord
1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van spijten
Uitdrukkingen en gezegden
♦ spijt betuigen
Verwante begrippen
berouw, leedwezen, wroeging
Gepubliceerd op 02-11-2017
spijt
betekenis & definitie