Het deel van de grond, dat de eigenschap bezit kationen te adsorberen noemt men het a. Het bestaat uit een anorganisch deel, te weten kleimineralen en amorphe meng- gelen van ijzeroxyde, aluminiumoxyde en kiezelzuur, en een organisch deel, de z.g. stabiele humus.
Bij een kleigrond wordt het adsorptie-vermogen in hoofdzaak door de hoeveelheid kleimineralen bepaald. Bij de zandgronden is dit vooral afhankelijk van het humusgehalte.