is het meestal pleksgewijze afsterven en wegrotten van kiemplanten en jonge, gestekte of verspeende planten. Het treedt op bij talrijke bloemisterijgewassen, bij sla en bij bolgewassen, zoals tulp en freesia.
S. wordt veroorzaakt door bodemschimmels: Pythium en Sclerolium-soorten en door de grauwe schimmel Botrytis cinerea PERS.. Gebruik van gestoomde grond of verlaging van de luchtvochtigheid kan bij bloemisterijgewassen uitkomst brengen. Bij vollegrondsgewassen, zoals de tulp, dient men gezond pootgoed te nemen en op onbesmette grond uit te planten.