Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Freesia

betekenis & definitie

fam. Iridaceae, is een ca 30-60 cm hoog knolgewas met zwaardvormige bladeren en een horizontaal op de steel staande bloeiwijze (‘kammen’), dat zeer veel als snijbloem voor winter en voorjaar wordt gekweekt.

Zaai-f., als F. refracta KLATT. var. alba (wit), ‘Buttercup’ (geel), waarvan het zaad uit Italië geïmporteerd wordt en grootbloemige hybriden (verschillende kleuren) worden, na het zaad te hebben voorgekiemd, in Mei buiten uitgezaaid. In de herfst wordt het gewas onder glas gebracht.Knol-f., die met een knol overblijven, worden in Aug.-Oct. uitgeplant en bloeien iets later. Vervroegde bloei kan verkregen worden door de knollen na het rooien omstreeks einde Mei gedurende 9 weken bij 31oC te bewaren en ze daarna gedurende 3 weken te koelen bij 9°C.

De econ. betekenis neemt steeds meer toe, vooral doordat de F. i.v.m. het lichte gewicht zeer geschikt is voor export. De opbrengst bedroeg in 1951 aan de veilingen f 1.590.000.

< >