Lactuca saliva L.. Van s. zijn vele cultuurvar. bekend, waarvan krop-s. het meest wordt geteeld.
Daarnaast onderscheidt men nog bind-s., snij-s. en pluksla.Bij de krop-s. heeft men diverse teeltwijzen. De vroege teelt in het stookwarenhuis is alleen mogelijk op gronden, die matig vochthoudend en opdrachtig en oppervlakkig droog zijn. De nattere gronden zijn voor deze teelt absoluut ongeschikt. Bij de normale teelt in stookwarenhuizen moet, als de grond nat is, het uitplanten voor de winter ook worden vermeden. De planten worden dan tijdelijk in een trekkas in grondpotjes opgepot en pas na Jan. uitgepoot.
Bij de koude warenhuizen hangt het ook vooral van de vochtigheid van de grond af of men reeds voor of pas na de winter kan uitplanten.
Bij de platglasteelten is er ook enig verband met de vochtigheid van de grond aanwezig. Op de wat vochtiger gronden teelt men bij voorkeur broei-s. Verder hangt de te volgen teeltwijze sterk samen met de mogelijkheid om vroeg komkommers te telen. Het glas, bestemd voor deze teelt, wordt dan van de koude s., welke vooraf reeds veel gelucht is, gelicht. Deze gelichte s. groeit dan in de volle grond verder. Vrijwel steeds worden ca 24 planten per raam uitgepoot.
Bij de herfstslateelt onder platglas plant men het vierde deel van de planten minder, om in dit meestal vochtige seizoen schimmelziekten tegen te gaan. Ook wordt dan meer gelucht dan in het voorjaar. Overigens zijn opdrachtige gronden voor deze teeltwijze om dezelfde reden geschikt. I.h.a. is het aan te bevelen om onder glas temp. beneden de 15oC. aan te houden; speciaal in de korte dagen. De vroege vollegrondsteelt kan op vrijwel alle gronden worden bedreven. Voor de teelten in de zomer zijn juist vochtige gronden nodig.
I.h.a. is s. dankbaar voor een goed doorluchte, doorvoede grond, die oppervlakkig droog is. Door de grond regelmatig te roeren, schrepelen of schoffelen kan men dit laatste bereiken.
Als rassen worden veel gebruikt: a. voor onder glas en vroege volle grond: Meikoningin; b. voor in de zomer: Attractie of Wonder van Voorburg. Bind-s. is s. met smalle rechtopstaande bladeren en dikke nerven. Bij sommige selecties sluiten de bladeren uit zichzelf aaneen tot een krop, bij andere selecties moet men de bladeren tijdens de groei samenbinden.
Snij-s. of dunsel is dichtgezaaide s., die in jonge toestand wordt geoogst.