Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Ringen

betekenis & definitie

1. (bosb.) Het aanbrengen van een tot het kernhout gaande inkapping rondom de stamvoet van een boom om deze tot afsterven te brengen. Oorspronkelijk is deze maatregel toegepast, o.a. bij de djati, om de te vellen stam een tijdlang op stam te laten drogen, waardoor het hout lichter en vlotbaar wordt en ook meer geschikt is voor direct gebruik.

Verder wordt het r. wel toegepast om waardeloze bomen (ongewenste houtsoorten) in een bos op een goedkope wijze op te ruimen. Men heeft hierbij de moeilijkheid ondervonden, dat vele geen kernhout vormende houtsoorten door r. slecht tot afsterven te brengen zijn. Daarom heeft men deze maatregel gecombineerd met het toedienen van een vergif (b.v. 5°/0 natriumarseniet-oplossing) in de insnijding, wat zeer effectief is gebleken. In plaats van natriumarseniet gebruikt men thans wel voor mens en dier minder gevaarlijke stoffen als ammate (weed killer: ammonium sulfamate). In de nieuwste tijd wordt dit r. en vergiftigen in de vegetatieperiode wel toegepast om te bewerkstelligen, dat de bast bij de kap van de boom in de rustperiode gemakkelijk van het hout loslaat (bij de populier voor de opwerking tot witgeschild papierhout).

2. (fruitt.) Vroeger was het vrij algemeen gewoonte om de bomen, als ze te lang in vegetatieve toestand bleven, tot vruchtdragen te dwingen, door ze te r. of te gordelen.

Dit r. moet in Mei plaatsvinden, dus in een tijd van de grootste groei. Tegenwoordig past men andere middelen toe om de boom spoedig vruchtbaar te maken. Zelfs het aanbrengen van vruchtbaarheidsgordels heeft niet veel meer plaats.

3. (veet.) Bij varkens het in de neus aanbrengen van een koperen ring om het wroeten te beletten. Men spreekt hier ook wel van krammen. Bij stieren doet men het om de stier aan de ring beter in bedwang te kunnen houden.
4. Vogels worden geringd ter identificatie of registratie (kippen, duiven) of (wilde vogels) ter bestudering b.v. van de trek.

< >