Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Populatiegenetica

betekenis & definitie

De p. onderzoekt de erfelijke aanleg en het erfelijk gedrag van een gehele populatie. d.w.z haar momentane toestand en de door verschillende oorzaken optredende verschuivingen. Belangrijk, als uitgangspunt, is de formule van HARDY-WEINBERG: wanneer in een populatie de frequentie van de genen A en a resp. p en (1-p) bedraagt, dan komen, bij volledige onderlinge kruisbestuiving volgens het toeval, de 3 genotypen tot een evenwichtstoestand bij de frequenties: p2 AA, 2p (-1 p) Aa en (1-p)2 aa (z.

Panmixie). Neiging of voorkeur tot zelfbestuiving doet de Aa groep verminderen en, bij voortgezette zelfbestuiving, ten slotte geheel verdwijnen, echter zonder dat de oorspronkelijke genenfrequentie van p A en (1-p) a erdoor verandert.Als oorzaak van verschuivingen in de relatieve genenfrequentie (b.v. van A en a) moeten genoemd worden:

(1) Mutatie (A -> a en of a -> A).

(2) Selectie (natuurlijke of opzettelijke).

(3) Drift (d.i. verschuiving door het toeval, wanneer de populatie of paringsgroep zeer klein is, nl. zó klein, dat niet alle mogelijke kruisingscombinaties in de te verwachten verhouding ook werkelijk tot stand kunnen komen).

(4) Migratie (vertrekken of binnenkomen van A en of a individuen).

Ook het gebied van de kwantitatieve erfelijkheid kan tot de p. gerekend worden.