Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Populatie

betekenis & definitie

1. (erfelijkheidsleer) Een p. is een groep van tot één soort behorende, doch onderling in erfelijke aanleg verschillende individuen: de mensen-p. van een stad, de rogge-p. van een akker, een F2- of een terugkruisings-p., enz. Tegenover het begrip p. staan de begrippen zuivere lijn en kloon z.

Populatiegenetica).2. In de vegetatiekunde betekent p. een m.o.m. homogene vegetatie van een overigens willekeurig afgegrensd terrein. In deze zin kan een p. dus uit meer dan één plantensoort bestaan: het is een zeer ruim begrip, waarop de definitie van het engere begrip phytocoenose is gebaseerd.
3. (wisk.) Een frequentieverdeling (b.v. een die betrekking heeft op de lichaamslengte x. van volwassen mannen; omvat uiteraard een eindig aantal

(N) individuen. Deze groep van .N individuen kan opgevat worden als steekproef ; monster) uit een zeer uitgebreide verzameling van soortgelijke individuen, een z.g. p. In gedachte kan men de omvang van deze p. zelfs oneindig groot maken; men

spreekt dan ook wel van een universum. Alle toevallige onregelmatigheden, waarmee eindige steekproeven behept zijn, zullen in zulk een oneindige p. door onderlinge compensatie zijn weg-vereffend. Men kan dan de gemiddelde x (i.c. lichaamslengte) van deze gehele p. de ware waarde (x) van x noemen, en de middelbare fout van de p. de ware middelbare fout σ,en i.h.a. de frequentieverdeling over de gehele p. vereenzelvigen met de theoretische kansverdeling van de betreffende grootheid ,v. de kansverdeling ( frequentieverdeling van de p.) van een direct waarneembare grootheid wordt in verreweg de meeste gevallen geacht normaal te zijn.