Hiermee duidt men een groep enzymen aan, die in staat zijn esters van vetzuren en alcoholen te splitsen. De belangrijkste hiervan zijn de vetsplitsende l., die vet splitsen in vetzuur en glycerol.
De door het dierlijk lichaam gevormde (zoölipasen) zijn duidelijk verschillend van de l., die bij planten aangetroffen worden (phytolipasen). Daarnaast kent men nog bacteriolipasen.De zoölipasen zijn zeer belangrijk bij de vertering van vetten. Zij worden afgescheiden in de pancreasklier en in de lever en verder nog in vele andere dierlijke organen. De pancreaslipase verschilt duidelijk van de leverlipase. De eerste splitst vetten van de hogere vetzuren, terwijl de laatste vooral de vetten van de lagere vetzuren (b.v. boterzuur) aantast. De werking der l. wordt door bijmenging met gal zeer sterk verhoogd in alkalisch milieu.
Bij planten is het voorkomen van l. in de wonderbonen, de zaden van de wonderboom (Ricinus communis ), goed bekend. Ook de zaden van vele boterbloemachtigen en papaverachtigen zijn tamelijk rijk aan l. Enkele gist- en schimmelsoorten en een aantal bacteriesoorten zijn eveneens tot die splitsing in staat.