De l. is een grote klier, die tegen het middenrif, dus voor in de buikholte gelegen is. Zij produceert de gal, die van grote betekenis voor de vertering van voedingsvetten is.
Bovendien is de I. in staat grote hoeveelheden voedende bestanddelen tijdelijk vast te houden en naar de behoefte van het lichaam weer af te geven (z. Spijsverteringsorganen).