Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Knol

betekenis & definitie

1. (gewas) Knollen, knolgroen of gruun(t), Jirassica rapa L. var. rapifera METZGER, wordt als landbouwgewas in Ned. vrijwel uitsluitend als stoppelgewas geteeld.

Vooral in Eng. worden ook zomer-k. (turnips) als hoofdgewas voor de veevoeding verbouwd, waarbij de teelt nauw aansluit bij die van de koolraap. Van de koolraap onderscheidt de k. zich door haar geringere omvang, geringere productie, mindere houdbaarheid en voederwaarde; genetisch bovendien door een ander aantal chromosomen (n = 10, bij koolraap n = 19). Alhoewel zij zich in de cultuur in gelijke richting ontwikkeld hebben, zijn de wilde uitgangsvormen van k. en koolraap waarschijnlijk niet identiek. De k. is een gewas voor het vochtige klimaat. Zij groeit zeer snel, heeft een geringe warmtebehoefte en is daardoor geschikt om in streken met korte groeitijd verbouwd te worden. Voor teeltwijze, rassen en gebruik z. Stoppelknol.2. (botanisch begrip) Plantendeel, dat sterk verdikt is en als bewaarplaats van voedingsstoffen dienst doet, tevens orgaan van vegetatieve voortplanting. Het verdikte deel kan een wortel of een stengel zijn en men onderscheidt daarom wortel-k. en stengel-k. De eerste dragen nooit bladeren, bladachtige organen of knoppen en moeten voor de voortplanting eerst adventiefknoppen tot ontwikkeling brengen ofwel verpoot worden met een stuk van de stengel er aan vast, zoals bij de dahlia. De laatste, die zich ook wel in de grond kunnen bevinden (b.v. aardappel), bestaan meestal uit verscheidene, sterk verkorte, stengelleden; de stengelnatuur verraadt zich door het bezit van m.o.m. ontwikkelde schubben of bladschubjes en knoppen, vaak spiraalsgewijs geplaatst (ogen van de aardappel). Men onderscheidt gerokte k., waarbij vliezige omhulsels aanwezig zijn (Arum, Crocus) en naakte k., waar alleen kleine schubjes de bladeren vertegenwoordigen (aardappel, aardpeer). Bij bovengronds gevormde aardappels ontwikkelen zij zich soms tot groene blaadjes.

In enigszins gewijzigde betekenis noemt men soms ook de verdikte stengelbasis knol, b.v. bij de banaan.