is elke stof, die een lichtsoort van het witte licht absorbeert. Om bruikbaar te zijn voor het verven van weefsels moet een k. zich bovendien op de vezel kunnen hechten.
Alle koolstofverbindingen absorberen ultraviolet licht, de verzadigde doen dit bij zéér korte golflengte.) Vanneerdubbelc bindingen in het molecuul worden ingevoerd, schuift de absorptieband naar het zichtbare deel van het licht. Bepaalde combinaties van groepen, waarin een dubbele binding voorkomt, eventueel met andere, zoals aminozuren en hydroxylgroepen, brengen de absorptie in het zichtbare licht. Terwijl b.v. benzeen en anthraceen alleen ultraviolet licht absorberen en dus kleurloze stoffen zijn, is anthrachinon lichtgeel en alizarine (de kleurstof van de meekrap) felrood.
Dierlijke vezels, opgebouwd uit proteïnen (wol, zijde) kunnen zowel zure als basische k. binden. Op plantaardige vezels (katoen, vlas), opgebouwd uit celstof, moet in de regel voor het verven eerst een hechtingsmiddel (een beits) worden gebracht. De belangrijkste .groepen dierlijke en plantaardige kleurstoffen zijn de carotenoïden (z. Caroteen), de anthocyanen, de flavonen en een aantal pyrroolderivaten (z. Haemoglobine, Cytochroom, Chlorophyl).