I.h.a. verstaat men onder f. het vastleggen van een of andere stof. In de landbouwscheikunde speelt de f. een zeer belangrijke rol, soms met gunstige, soms met ongunstige effecten.
De stikstof-f., waaronder men verstaat het opnemen van luchtstikstof door bepaalde micro-organismen, die hiervan een voor de hogere plant bruikbare stikstofverbinding maken, is van zeer groot belang. De groenbemesting met leguininosen, waarbij luchtstikstof gefixeerd wordt, is een van de belangrijkste besparingen in de bemesting. De stikstof-f. van luchtstikstof wordt ook in de techniek gebruikt, waarbij men met een katalysator luchtstikstof in ammoniak of nitraat omzet. Minder gebruikelijk is de term voor het verschijnsel, dat optreedt bij bemesting met organische stoffen met een hoog C/N quotiënt. Deze stoffen stimuleren de groei van de niet fixerende micro-organismen zo sterk, dat deze de stikstof uit de bodem in hun lichaamseiwitten voor een zeer belangrijk deel opnemen. Het gevolg is een tijdelijk stikstofgebrek voor het gewas.
Naast deze biol. f. kent de landbouwscheikunde de chem. f. Het bekendste is die van het fosfaat-ion, die men de fosfaat-f. noemt.
Bij de kali-f. komt eveneens de toegediende meststof niet ten goede aan het gewas. In dit geval wordt het kalium-ion op een bijzondere wijze vastgelegd, namelijk door opname in het rooster van illiet of vermiculiet.
