Onobrychis viciifolia SCOP. Plant, met diepgaande penwortel en krachtige omhooggerichte stengel.
De rosé gekleurde bloemen zijn rijk aan honing, de peulen eenzadig, tamelijk rond en aan het oppervlak netvormig gegroefd met stekels langs de rand. De zaden komen bij het dorsen niet vrij, zodat de peul gezaaid wordt: ca 180 kg/ha. E. die in Z.O. en Midden Eur., vooral op kalkhoudende grond, veel voorkomt, is als voedergewas alleen van betekenis voor dorre, steenachtige kalkgronden; zij geeft een geringe opbrengst, vooral in de nagroei.Naast de gewone of echte e. die overblijvend is, komt nog een éénjarige soort voor, de zg. Spaanse e., die twee keer per jaar bloeit en twee sneden vrij stengelig product levert. Aangezien e. ongeveer dezelfde eisen aan de grond stelt als de lucerne, echter minder opbrengt, wordt zij in Ned. niet als voedergewas verbouwd, maar komt wel hier en daar in Z. Limb. op mergelgrond in het wild voor.