Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Castreren

betekenis & definitie

1. (dierk.) C. is het wegnemen van de geslachtsklieren. Dit geschiedt meestal bij ♂ dieren, met de bedoeling om ze rustiger en meer handelbaar te maken (hengsten), om ze sneller te laten groeien (stieren en rammen) of om ze beter geschikt te maken voor menselijke consumptie (beren).

Soms worden ook ♀ dieren gecastreerd om ze sneller te laten groeien (zeugen en koeien). Deze operatie is meer ingrijpend omdat de eierstokken uit de buikholte moeten worden verwijderd. De teelballen zijn, omdat ze zich buiten het lichaam bevinden, beter voor de operatie toegankelijk. Men kan de teelballen verwijderen door ze weg te snijden of door de gehele balzak af te binden (z. Afbinden). Tegenwoordig castreert men ook door alleen de zaadstreng maar te kneuzen, waardoor de voeding van de teelballen ophoudt en deze gaan ineenschrompelen. Alleen beren worden steeds gesneden.2. (plantk.) C. is het verwijderen van de onrijpe helmknoppen of van de d bloeiwijze bij 'eenhuizige planten. Het woord cmasculeren (ontmannen) is hier dus beter op zijn plaats.

Bij tweeslachtige bloemen is het, wanneer men een bepaalde kruising wil uitvoeren, nodig de helmknoppen te verwijderen (althans voorzover zij vruchtbaar stuifmeel bezitten), voordat zij openspringen. Vooral bij planten met kleine bloemen is de castratie een omslachtig werk. Bij eenhuizige planten met éénsiachtige bloemen (b.v. mais) kan het c. op eenvoudige wijze geschieden door de ♂ bloeiwijzen, voordat zij ontluiken, te verwijderen. Het spreekt vanzelf, dat de gecastreerde bloemen, resp. de overblijvende ♀ bloeiwijzen, moeten worden geïsoleerd om ongewenste bestuiving te voorkomen.