Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Afbinden

betekenis & definitie

1. (dierk.) A. van gezwellen of organen past men toe door een strakke circulaire band aan te brengen, die zo strak wordt aangetrokken, dat de bloedcirculatie onmogelijk wordt gemaakt. Daardoor wordt de voeding van het afgebonden deel stilgezet.

Dit sterft en valt naderhand af. Opzettelijk a. vindt plaats bij castratie (z. Castreren) van rammen waarbij het scrotum wordt afgebonden. Ook overtollige tepels worden bij kalveren soms afgebonden. Per ongeluk wordt soms de punt van de staart van koeien afgebonden, doordat men voor het opbinden van de staarten op stal een te strakke band om de

staart aanbrengt. Ook kan het a. een andere bedoeling hebben b.v. als men bij zware verwonding te groot bloedverlies wil voorkomen door de betrokken ledemaat (tijdelijk) af te binden. Het a. van de navelstreng (met een steriele veterband) na de geboorte van een jong dier dient eveneens om bloedverlies te voorkomen.

2. (plantk.) Hel a. bij planten heeft plaats, indien men bindmateriaal als raffia, touw, enz. vast om een stam of tak bindt. Door de diktegroei overwelft het omringende weefsel het bindmateriaal en tenslotte wordt het ‘cambium onder de afsnoering verhinderd door tc groeien. Dit gaat tenslotte dood en daarna sterft ook het boven de band gelegen weefsel af.

< >