Werkwoorden vervoegen
castreren
Tegenwoordige tijd castreren
Ik castreer
Jij castreert
castreer
U castreert
Hij/Zij/Het castreert
Wij castreren
Jullie castreren
Zij castreren
Verleden tijd van castreren
Ik castreerde
Jij/U castreerde
Hij/Zij/Het castreerde
Wij castreerden
Jullie castreerden
Zij castreerden
Voltooid deelwoord van castreren
gecastreerd
Tegenwoordig deelwoord van castreren
castrerend