De hoeveelheid boter, die men uit een gegeven hoeveelheid melk met een bekend vetgehalte kan bereiden. Men kan ze bij benadering berekenen met behulp van de boterformule. de opbrengst hangt af van het vetgehalte der melk, van de scherpte van ontroming, het vetgehalte der karnemelk in verband met dat van de room en van het vetgehalte der boter.
Ten slotte moet men letten op de verliezen, die optreden door morsen van melk, room en boter. Verschillen met de berekende hoeveelheden kunnen ook veroorzaakt worden door foutieve wegingen en vetbepalingen.In Friesland spreekt men bij de beoordeling van de productie van melkvee ook van de b. Deze is iets hoger dan de totale hoeveelheid melkvet, die elders in Ned. wordt gebruikt om de totale productie per dier aan te geven (vgl. Boterformule).