Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Autopolyploid

betekenis & definitie

Een plant- of diersoort bezit i.h.a. in zijn geslachtscellen een enkel.haploid stel van n chromosomen, d.i. één genoom. De bevruchte eicel, en daarmee alle lichaamscellen van het daaruit ontstaande individu, bezitten twee stellen, twee genomen, ze zijn diploid (2n).

Een plant of dier met meer dan twee stellen chromosomen heel polyploid. Wanneer nu deze genomen alle van dezelfde soort afkomstig, en dus ongeveer gelijk zijn, spreekt men van a. (autotriploid, autotetraploid, enz.; auto = zelf; tri = drie; tetra = vier; poly = veel) (z. Polyploidie en Allopolyploid).

< >