De leer van de verbreiding en de beweging van water in de grond en de hiermee samenhangende vraagstukken van neerslag, verdamping en afstroming van water, voorzover deze voor de landb. van betekenis zijn. In de hydrologie is oorspronkelijk vooral aandacht besteed aan het voor de drinkwatervoorziening belangrijke probleem van het voorkomen en de stroming van zoet grondwater.
Sedert enige tijd zijn ook voor de landb. belangrijke vraagstukken aangevat, o.m. op het gebied van de grondwaterstand, de afvoer van overtollig water (z. Waterafvoer), de invloed van de verdamping op het water in de bovenste grondlagen, de mogelijkheid van wateronttrekking aan diepere grondlagen t.b.v. watervoorziening van de gewassen e.d.
Bekende vb. van agrohydrologische onderzoekingen zijn: het onderzoek omtrent de invloed van de wateronttrekking aan de duinen op de gebruikswaarde van de aangrenzende landbouwgronden; dat omtrent de invloed van de breedte van het randmeer van de in aanleg zijnde Z.O. Polder op de grondwaterstandsverlagingen, welke in de N. Veluwe van de drooglegging van deze polder het gevolg zullen zijn.