is het deel van Gelderland, dat ten W. van de IJsel en ten N. van de Rijn ligt. Het gedeelte, dat gelegen is boven 20 m — A.P. (de heuvelrug, die midden over de V. loopt en de heuvels langs de Zuidrand), wordt wel de Hoge V. genoemd (niet te verwarren met het Nationale Park De Hoge V., een natuurreservaat tussen Hoenderlo, Otterlo en Schaarsbergen).
Met Over- V. duidt men veelal deN. helft van de V. aan; de landbouwstatistiek rekent ook de gemeenten Hoevelaken en Nijkerk er toe. De Neder-V. is het lage gedeelte ten W. van de heuvels.
In het O., tussen de IJsel en de lijn Hattem-Apeldoorn-Dieren liggen ook lage gronden; het deel ten N. van de gemeente Voorst behoort tot de door de
landbouwstatistiek (indeling 1910) onderscheiden Oostelijke V., terwijl de gemeenten Voorst en Brumrnen volgens die zelfde indeling tot de ijselstreek behoren (z. Landbouwgebieden). In het Z. wordt de heuvelreeks tussen Wageningen en Dieren meestal apart onderscheiden als Veluwezoom.
De hogere streken lenen zich slecht voor grasland. Hooilanden waren voor de boeren van de hoge V. te vinden langs de Zuiderzee of de rivieren en in de Gelderse Vallei. De nieuwere ontginningen op de hogere delen zijn vaak uitsluitend bouwbedrijven. (Overigens is de V. een gebied van gemengd bedrijf. De producten van de akkerbouw (rogge, haver, aardappelen en voedergewassen) blijven op de boerderij, zodat de veeteelt (runderen, varkens, kippen i de voornaamste inkomstenbron vormt.
