1. Het zeven (van iets).
2. Schifting, afscheiding (van de kanshebbers uit het peleton); selectie.
Het geaccidenteerd terrein, ook eigen aan de aanpalende Voerstreek, moet naar ons gevoelen echter de sterksten naar voren kunnen brengen en voor een natuurlijke zifting zorgen, Gazet v. Antw. 20/5/1978.
3. Voorwedstrijd om te bepalen wie in de (halve of kwartfinale komen: serie; in de voetbalsp. bep.: kwalificatiewedstrijd, voorrondewedstrijd van een toernooi om zich voor de (halve of kwart) finale te plaatsen.
Daar in de eerste zifting alleen Annelies Maas beter deed (8.49.50), werd onze Eeklose ... grote zeester (in 9.01.89) vierde in het klassement, Gazet v. Antw. 22/8/1977.
Kende Dynamo in de eerste reeks weinig problemen om zich door de ziftingen te werken dan verliep dit voor de drie anderen toch iets moeilijker, Gazet v. Antw. 22/8/1977.
Sam.: ziftingswedstrijd, in de voetbalsp. bep.: kwalificatiewedstrijd, voorrondewedstrijd van een toernooi om zich voor de (halve of kwartfinale te plaatsen (Voorzitter S. van Dynamo St.-Niklaas kan na afloop van de ziftingswedstrijden reeds gerust zijn in het sukses van zijn eerste nationaal toernooi, dat in de toekomst beslist een voltreffer gaat worden,
Gazet v. Antw. 22/8/1977).