Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

vrederechter

betekenis & definitie

Rechterlijk ambtenaar, zetelend in de hoofdplaats van een kanton, bevoegd om uitspraak te doen in kleine privaatrechtelijke geschillen, soms ook in strafzaken; in Nederl.: kantonrechter.

Alleen de vrederechter, een eenzaat die steeds verstrooid was als hij moest zetelen en deed wat de griffier hem influisterde, omdat hij geen Vlaams kende, stond bekend als vrijmetselaar, DE PILLECYN 1962, 142.

Dan kan de andere echtgenoot een verzoekschrift invullen bij de griffie op het vredegerecht. Hierin vraagt hij de tussenkomst van de vrederechter, opdat deze de andere echtgenoot erop wijst zijn plichten na te komen, Vrouw en Wereld nov. 1976, p. 26.

Wanneer je tegenpartij ... niet ingaat op jouw voorstellen kan je altijd een verzoeningsprocedure voor de vrederechter inzetten, Volksmacht 3/12/1976, p. 10.

Kiezers die onmogelijk aan de stemming kunnen deelnemen, mogen de redenen van hun onthouding, met de nodige verantwoording, aan de vrederechter doen kennen, Touring 7/4/1977, p. 11.

Een jonge stadsbediende had Pieter nogal uit de hoogte behandeld, en hem willen opjagen terwijl hij formulieren en paperassen moest invullen. Het werkte Pieter op de zenuwen, en hij zei tenslotte: ‘Stinkerke, laat me met rust.’ Voor dit woord stinkerke kwam hij daarna voor de vrederechter en werd hij veroordeeld tot 5 frank boete, BOON 1977, 45.

De huurprijsverhoging moet in verhouding staan tot de verhoging van het genot en ze wordt toegekend door de vrederechter, Gazet v. Antw. 16/12/1978.

Opm.: In Nederl. nog bekend als hist. term, m. betr. t. de Duitse bezetting: rechter belast met de berechting van politieke zaken.

Sam.: vrederechtersunie (In ons nummer van 7 maart hebben wij ter inlichting ... de tabel van vergoedingen voor gebruiksderving van auto’s afgedrukt. Die tabel was afkomstig van de vrederechtersunie, Touring 7/4/1977, p. 31).

< >