Als eufemisme: verdomd; verdraaid, verduiveld; verschrikkelijk enz.
- Zie ook de dialectwdb., o.a. C., L.-C., S. en TEIRLINCK. (ook in Groningen).
Sander kwam nader al glimlachend, hij verborg iets in den zak en bleef een wijl staan kouten op de haag geleund. En Martje merkte er niets bijzonders aan tenzij - dat verdonders koordeken, dat was zeker het ding waarmede hij de mate neemt en zijn kisten en zijn graven meet? Vlaanderen 2, 473 (1904).