Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

vals

betekenis & definitie

1. Als gall., ter vert. van fr. faux, in de volg. verb.: een valse beweging, een verkeerde beweging; een vals probleem, een schijnprobleem; een valse stap, misstap; valse tanden, kunstgebit.

Ik zit voortdurend met het wat onbehaaglijk gevoel dat vrije tijd in wezen een vals probleem is, Info mei 1978, p. 43.

2. Boosaardig; kwaad, boos, nijdig.

Sam.: valsmunter (Wdl.), in de standaardt.: valsemunter (Belgische valsmunters werkten internationaal, Gentenaar 4/8/1977).