Pers. die beroepshalve wegbrengt, vervoert, bezorgt; in ’t bijz.: bezorger (van kranten e.d.).
Gevraagd: Uitdragers van reklamebladen. Goede bijverdienste, Koerier (ed. Hasselt) 18/8/1976, p. 16.
Na tevergeefs een tiental mijnen te hebben bezocht, verneder ik moedig mezelf met me aan te bieden voor uitdrager in een groot schoenenmagazijn, Gazet v. Antw. 27/7/1977.
Gevraagd: kandidaat uitdragers voor het verspreiden van Antwerpse Post en allerhande drukwerken, Gazet v. Antw. 23/5/1979.
Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: opkoper en verkoper van tweedehandsgoederen.