Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

sacristij (sakristij)

betekenis & definitie

Sacristie.

De koster komt uit de sacristij, WACHTERS 1946, 60.

Ze zagen de onderpastoor de sakristij ingaan, de kerkdeur werd geopend, en ze drongen binnen, stampend en stotend om op de eerste plaats te zitten, CLAES 1955, 83.

Alles glanst splinter-nagelnieuw, orde als in een sakristij, op mijn bed alleen mijn grijze katoenen broek, afgelegd als een dode, JONCKHEERE 1957, 97.

Het publiek stond op en het hof kwam werkelijk uit een zijdeurtje te voorschijn als uit een sacristij, ELSSCHOT 1960, 392.

Ook o.a.: TIMMERMANS 1923, 77. VANDEN MAELDERE 1946, 14.