Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

opzitten

betekenis & definitie

In de gemeenz. zegsw. het zal er opzitten, het zal er stuiven, je zult een zware straf krijgen, enz.; het heeft er opgezeten, men heeft me de huid vol gescholden, ook: er is ruzie geweest, enz.

Hij heeft eens verteld van Sint Franciskus hoe die tegen de dieren sprak en dat wij ook veel van de dieren moesten houden en als ik thuis kwam heb ik de kanarie van tante Foei laten vliegen. Maar toen heeft het erop gezeten, VERSTEYLEN 1964, 57.

< >