M. betr. t. het sociaal recht: opzegging; ook: opzeggingstermijn; - zijn opzeg doen, ontslag nemen, ook: de huur opzeggen; iem. zijn opzeg geven, iem. ontslaan, opzeggen; zijn opzeg krijgen, zijn ontslag krijgen, opgezegd worden.
De overeenkomst kan in dit geval door de sutdent ten allen tijde verbroken worden zonder naleving van opzeg of het moeten betalen van schadeloosstelling, Recht mei 1978, p. 8.