Procentuele verhoging van een oorspronkelijk bedrag, inz. van de rijksbelasting, ten bate van provincie, gemeente enz.; ook bij openbare verkopingen; verkoping met 5% opcentiemen; in Nederland: opcenten.
Wij betalen „gemeentelijke opcentiemen” op onze inkomstenbelasting, Vrouw en Wereld april 1976, p. 16.
Waarom zou ik de werklozen van Cockeril 100 opcentiemen meer belasten om de ALE-mensen nog een grotere loonvoorsprong te laten nemen op de ambtenaren? Gentenaar 9/5/1977.
Duidelijkheidshalve kan men zeggen dat een provincie die haar opcentiemen bijvoorbeeld vaststelt op zoo, bij de 3 t.h. van de Staat 3X100:100=6 t.h. van het kadastraal inkomen voegt. De gemeente die bijvoorbeeld i.zoo opcentiemen vraagt, voegt op haar beurt daarbij 3X1.200:100=36 t.h. van het kadastraal inkomen, Gazet v. Antw. 19/6/1977.