Zich gewonnen geven, zich onderwerpen, zich overwonnen verklaren; toegeven, opgeven.
Staf stak vol vreemde gewaarwordingen, maar het strelend gevoel dat de hooghartige Agnes zich zo ondergaf, ontroerde hem, BIJDEKERKE 1948, 295.
De algemene indruk van zijn huidig bestaan is: de verveling der altijd weerkerende bezigheid, zonder afwisseling of uitkomst, - niet dat hij ’t werken ontziet, of de arbeid hem te lastig valt - hij ondergeeft zich nog niet, want daar is het koeiplekje, en dan zal hij zich nog anders moeten inspannen, STREUVELS 1962, 153.