Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

lidgeld

betekenis & definitie

Bijdrage die men als lid van een vereniging e.d. betaalt; ook: bedrag daarvan; contributie.

Wellicht ... heeft uw voorzitster op de laatste algemene vergadering, met een beetje aarzeling, u de verhoging van het lidgeld aangekondigd, Vrouw en Wereld dec. 1973, p. 9.

Er bestaan geen ledenlijsten en er wordt ook geen lidgeld gevraagd, Vrouw en Wereld dec. 1975, p.

26.

Iedereen kan lid worden van sport voor allen. Vanaf de leeftijd van 14 jaar is er een jaarlijks lidgeld voorzien van 20F, Uit een reclamefolder Brussel jan. 1977.

Blijf bij de Bond. Betaal uw lidgeld aan de plaatselijke afgevaardigde, Bond 28/1/1977.

Er wordt een jaarlijks lidgeld betaald, en een eenmalige toetredingsbijdrage van 18.000 fr., Gentenaar 13/5/1977.

Wist u ... dat deze blaadjes met een minimum aan financiële middelen standhouden - het lidgeld bedraagt meestal tussen 100 en 400 fr. - en overwegend 4 maal per jaar verschijnen? Alumni 1979, 3, 13.

< >