Inz. in tijdsbep.: op zijn minst, ten minste, minstens, minimaal.
- Zie verder de voorb.
40 t.h. van de automobilisten parkeert gedurende minimum 4 uren, Limburg 26/8/1976.
Hij werd regelmatig ingeschreven maar we waren ook verplicht een „kot” te zoeken; prijs 3.000 fr. per maand + verbruik. Borgsom 6.000 fr., minimum een jaar, Bond 27/8/1976, p. 3.
Minimum om de zes maanden wordt een inspektie van elke post en het erin ondergebracht materieel gehouden, Touring 7/4/1977, p. 3.
De direkteur die ook nog wees op de moed en de volharding die er voor de leerlingen nodig is om na school of dagtaak de lessen nog te volgen gedurende minimum 6 jaar, hoopte dat de akademie in de toekomst beter zou gehuisvest zijn, Gazet v. Antw. 5/7/I977.
Opm.: In de standaardt. uitsl. als znw.