Harde baksteen, inz. voor het bestraten gebruikt; klinker. Jokke zei: ,Je bent weer aan de borrel”, koel en langzaam en net of het geen belang had. „Ik maak er geen klinkaart minder om”, zei Mandus, VAN AKEN 1976, 274.
Ook o.a.: Gent 19/8/1976, p. 20. Publirama 25/8/1976. Westkust 26/8/1976, p. 7.
Sam.: klinkaardsteen (Het lijkenhuisje was van klinkaertsteen, LAUWENS 1973, 165).