Inz. in woningadvertenties: boerderij, m.n. als woning voor mensen die niet tot de boerenbevolking behoren; in het taalgebruik wordt veelal een onderscheid gemaakt tussen een hoeve(ke), een gerestaureerde boerderij, en een fermette (zie ald.), een nieuwbouwhuis in de stijl van oude boerderijen.
Hij koopt b.v. een oude hoeve en werkt zich dan dood om ze te kunnen betalen, JONCKHEERE 1967, 12.
De specialist inzake restauratie oude hoeves, Advert. 5/7/1976, p. 1.
Hoeve in oorspronk. staat - 8.200 m2, Gent 19/8/1976, p. 2.
Hoevetje te koop op 30 a., rustige ligging, woonhuis, stallen, schuur, oven, waterput, enz., Gentenaar 28/7/1977.
Ook o.a.: Annoncenblad 21/1/1977, p. 12. Nieuwsblad 18/6/1977.
Opm.: In de standaardt. is hoeve zo goed als volledig verdrongen door boerderij, behalve in litt. t. (freq. 1).
Sam.: hoeveboter, boerenboter (in tegenst. tot fabrieksboter) (Verkochte aanvoer 800 kg. hoeveboter, Gentenaar 13/5/1977); hoevekip, scharrelkip (Hoevekip zonder slachtafval, Shopping (ed. Gent) 12/8/1976).