Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

gelukken

betekenis & definitie

Met een persoon (of groep van pers.) als ond.: slagen, (iets) klaar spelen (gall., naar fr. réussir); - hij is (in zijn examen) gelukt, (voor zijn examen) geslaagd. - In de vorm van het verl. deelw. niet te onderscheiden van lukken; zie ook ald.

Het was moeilijk om een evenwichtig budget te vinden. Maar ik ben erin gelukt, ik vroeg raad bij vrienden die een huishoudboek hadden, Vrouw en Wereld dec. 1974, p. 43.

Na jaren besprekingen met de werkgeversorganizaties, is de dienst Hulp aan Toerisme erin gelukt veel meer patroons in te schakelen, die bereid zijn een jongere tewerk te stellen voor één maand, Vrouw en Wereld april 1975, p. 19.

Door het verwezelijken dier vijf punten zullen wij: 6. Er in gelukken ons volk lezen en schrijven te leren, Maand febr. 1977, p. 17.