Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

gekend

betekenis & definitie

Bekend, in versch. nuances: gekend wordend, niet vreemd of ongewoon, vertrouwd; soms bep.: beroemd, befaamd, vermaard; - nog nooit gekend, nog niet eerder gezien of gehoord.

De gekende Amerikaanse regisseur Hitchcock biedt zijn trouwe fans een 53e film aan, Vrouw en Wereld febr. 1977, p. 17.

Veertien dagen geleden werd de wereld van de duivenliefhebbers in beroering gebracht door een diefstal van kweekduiven in het gekende hok H., Gazet v. Antw. 13/5/1977.

Volk van Gent, door deze massale, nog nooit gekende optocht hebben wij begraven onze Miss Gentse Feesten ’77 en onze Prins! Gentenaar 27/7/1977.

Grote keuze in huishoudapparaten van de gekende merken, Klokske 27/4/1978.

Sam.: ongekend, onbekend (Het zal niemand meer ongekend zijn dat in 1966, E.L., voorzitter van TCB, een formule bedacht om jonge mensen te leren reizen, Touring 7/4/1977, p. 1.); oudgekend, oudstgekend, vanouds, sedert lang bekend, gerenommeerd (Een der oudstgekende beenhouwerijen van Antwerpen wordt binnenkort overgelaten, Gentenaar 30/5/1977);

- overgekend, overbekend, meer dan bekend, bij iedereen bekend (De Kristelijke Bond van Gepensioneerden, overgekend bij elk van ons. En toch te weinig gekend in al de mogelijkheden die deze sympatieke organizatie biedt aan haar 300.000 leden, Vrouw en Wereld dec. 1973, p. 46);
- welgekend, goed bekend, welbekend (Luc had het lachend weggewuifd met de koene verzekering dat hij haar wel overal zou brengen waar ze wilde zijn, met nog enkele welgekende opmerkingen erbij over blutsen in de auto en vrouwen achter het stuur, Vrouw en Wereld sept. 1976, p. 4).