Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

fris

betekenis & definitie

In enkele verb. die in de standaardt. niet voorkomen: frisse dranken, (w.g.) frisdranken; frisse kleren, zomerkleren.

Wat neem je mee voor een vakantie met kinderen? warme kleren - frisse kleren - minstens 2 paar schoenen enz., Vrouw en Wereld juni 1976, p. 5. Feestzaal ter beschikking van de klanten - Prijzen buiten alle concurrentie - Frisse dranken, Feestprogramma Rumstse Volksfeesten 1976, p. 68.

Alle dagen: Koude schotel, belegde broodjes en paling in ’t groen. Frisse dranken in zaal en tent, Vit een reclamefolder mei 1978.

< >