Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

derven

betekenis & definitie

Zich onthouden van; vooral in de verb. vlees derven-, vroeger moest men op vrijdag nog vlees derven; - missen, ontberen.

Hij had zijn vader nooit zo naakt gezien, nu kon hij zich indenken wat een warmbloedige vrouw, in de

fleur van haar leven, moest derven met dergelijke bedgenoot, VAN AKEN 1965, 69.

Gelukkig zullen we die brieven nog niet zo vlug dienen te derven, gezien de verbetenheid waarmee vooren tegenstanders elkaar bekampen, Gazet v. Antw. 22/12/1977.

Opm.: In de bet. ‘missen, ontberen’ in de standaardt. uitsl. in bijz. stijl.