derven
derven - Werkwoord 1. (ov) zonder iets moeten stellen ♢ Die inkomsten moest hij derven. Synoniemen ontberen, missen
Wiktionary (2019)
derven - Werkwoord 1. (ov) zonder iets moeten stellen ♢ Die inkomsten moest hij derven. Synoniemen ontberen, missen
Muiswerk Educatief (2017)
derven - regelmatig werkwoord uitspraak: der-ven 1. het niet langer hebben ♢ door haar ziekte derfde ze de extra inkomsten Regelmatig werkwoord: der-ven ik derf jij/u derft ...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
ontberen (formeel) Wie applaudisseert, voelt zich daarentegen vaak de mindere of buigt schijnbaar deemoedig het hoofd voor een gave die hij zelf moet derven: applaus is zijn manier om te zeggen hoe goed hij een ander vindt die hij helaas nooit zal kunnen worden. (Luuk Gruwez, Het bal van opa Bing) Daarbij zou ik het kind pr...
Peter Bakema (2003)
- vlees derven, geen vlees gebruiken. Maar als carnaval al verwijst naar (de vreugden van) het vlees, dan ook naar het tegendeel daarvan: carnavale zou verwant zijn aan het Toscaanse carnelevare, wat zoveel betekent als vlees derven. - Knack, 23-02-2000.
Walter De Clerck (1981)
Zich onthouden van; vooral in de verb. vlees derven-, vroeger moest men op vrijdag nog vlees derven; - missen, ontberen. Hij had zijn vader nooit zo naakt gezien, nu kon hij zich indenken wat een warmbloedige vrouw, in de fleur van haar leven, moest derven met dergelijke bedgenoot, VAN AKEN 1965, 69. Gelukkig zullen we die brieven nog niet...
Van Dale Uitgevers (1950)
(derfde, heeft gederfd), 1. (dicht, of in hogere stijl) ontberen, missen: alles, alles kan ik derven, u mijn vaderland, u niet; 2. winst derven, zich winst zien ontgaan ; 3. (Zuidn.) zich onthouden van : ’s Vrijdags moet men vlees derven.
M. J. Koenen's (1937)
derfde, h. gederfd (1 in hogere stijl: missen; ontberen; 2 Z.-N. zich onthouden van): 1 het nodige -; 2 vlees en vet - op Vrijdag.
Jozef Verschueren (1930)
('dervәn) derfde, heeft gederfd) 1. niet of niet voldoende bezitten wat men behoeft om te leven: het nodige -. Syn. missen, ontberen. 2. zich zien ontgaan: winst -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(derfde, heeft gederfd), 1. ontberen, missen; 2. winst -, zich winst zien ontgaan; 3. (gew.) vlees derven, (op onthoudingsdagen) geen vlees gebruiken.
J.H. van Dale (1898)
DERVEN, (derfde, heeft gederfd), (dicht, of in hoogeren stijl) ontberen, missen alles, alles kan ik derven, u mijn vaderland, u niet; winst derven, zich winst zien ontgaan. DERVING, v. gemis.
I.M. Calisch (1864)
Derven, bw. gel. (ik derfde, heb gederfd), ontberen, missen. *...VER, m. (-s), hij die (iets) derft, mist; (oudt.) ablativus. *...VING, v. gmv. gemis. *...WAARTS, (B. ook DERWAART), bijw. daarheen; zij liepen her- en -, hier en daar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.