Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 13-09-2021

werken

betekenis & definitie

1) (1969) (prost.) prostitutie bedrijven. Onder junkies met de bedoeling om aan drugs te komen.

• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen. Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• (Enno Endt en Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• Van Eist schetst, eerdér dan de reden van het verslaafd zijn, het dagelijks denken van de heroïne-gebruiker. Vooral de verschuivende normen, diefstal heet "uit een winkel halen" en hoereren "werken", worden benadrukt. (NRC Handelsblad, 29/10/1982)
• Katrien heeft ook een tijdje 'gewerkt'. 'Gewerkt' betekent in het jargon: de hoer gespeeld. Dat kan dus in een sexclub zijn, op straat, thuis of achter het raam. (Nieuwsblad van het Noorden, 03/11/1990)
• Hoe ze vervolgens in de prostitutie terechtkwam, en hoe ze uiteindelijk de heroïne verruilde voor de methadon, waardoor ze een rustiger leven kon gaan leiden en niet meer hoeft te ‘werken’ - het junkie-eufemisme voor ‘de hoer spelen’. (Nieuwe Revu, 18/05/1989)
• (Ton den Boon: De taal der liefde. 2017)

2) (1969) (Barg.) inbreken; stelen. 'Werken met 2 vingers": zakkenrollen.

• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen: Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• (Enno Endt en Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)