1) (1969) (sch.) boezem. Syn.: balkon*; voorhang*.
• Misschien omdat ze aan haar moeder gedacht had. Maar dat wist ik toen nog niet. Van die geamputeerde voorgevel. (Jan Wolkers: Turks Fruit. 1969)
• voorgevel: neus, borsten. (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972)
• Toen ik mijn arm om haar heen sloeg onder het eten voelde ik dat die voorgevel nog niet al te puddingzacht was. (Jan Wolkers: De kus. 1977)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• .... om met haar blote voorgevel op de buis te komen. (Oor, 22/08/1987)
• Toevallige bezoekers kijken ze met de nek aan. Tenzij die spontaan een rondje geven of gezegend zijn met een robuuste ‘voorgevel’ en een paar ‘fraaie stelten’. (Elsevier, 04/10/1997)
• De Belgische dames versieren hun pronte of bescheiden voorgevels met een mooie bikini.... (Youp van ‘t Hek: Fax. 1998)
• Bij elke zending leek er weer een pond siliconen in haar voorgevel bijgepompt. (Webber, januari 1998)
• Wist ik veel dat het mij ook zou overkomen. Dat je tieten na het werpen een stuk leger kunnen raken dan daarvoor. Ik hoefde niet te wachten tot de menopauze. Bij mij gebeurde het vanzelf. Waarom het uitgerekend mij moest overkomen, heb ik nooit begrepen. Ik, die mijn voorgevel altijd zo zorgvuldig heb onderhouden. (Heleen van Royen: De gelukkige huisvrouw. 2000)
• Er kwam een dame met een imposante voorgevel voorbij en ik stootte hem veelbetekenend aan. (HP/ De Tijd, 20/07/2001)
• Moore kreeg uiteindelijk iets met Bruce Willis, liet haar voorgevel renoveren en raakte met ‘Striptease’ het spoor bijster. (NRC Handelsblad, 14/06/2002)
• Nieuwe eufemismen worden voortdurend uitgevonden omdat na een tijdje zelfs de vervangende woorden te besmet ... met glans zakken 'een zeer slecht examen doen'; met de benen- wagen 'gaan lopen'; een grote voorgevel 'grote borsten'. (Jan Stroop: Waar gaat het Nederlands naartoe? 2003)
• Haar mammoetborsten, ontworpen door een vliegtuigingenieur, bevatten ieder drie liter siliconen. Daarmee had ze de grootste voorgevel ter wereld. (Panorama, 07/07/2004)
• Ze knipoogt tegen twee van de vier meisjes – Ping en Ling, als ik me niet vergis –, die zich meteen naast mij neer vlijen. Ze drukken hun kleine voorgevel – dat wil zeggen, waar de voorgevel behoort te zitten – tegen mijn armen aan. (Lulu Wang: Bedwelmd. 2004)
• Ik hoop het maar, want mijn Sophia Loren-voorgevel is nog steeds behoorlijk pijnlijk. (Astrid van der Star: Van lief naar lef. 2007)
• … daarna sta je lekker met me te schuifelen op een liedje van Arie en die voorgevel van je tegen me aan te duwen… (Sjanti Mahabier: De Keizer van Rotterdam. 2009)
• Ik kan me geen leven indenken zonder voorgevormde bh’s. Ze maken mijn voorgevel nog een béétje vrouwelijk en zijn de enige reden dat kleding mij staat. (Rhijja Jansen: Boer zoekt m/v. 2012)
• Mensen die al te veel aandacht schonken aan mijn voorgevel kwamen sowieso niet in aanmerking als partnermateriaal. (Maan Leo: Ik ben Maan. 2012)
• ‘Hé Femke, ga je mee roken?’ vroeg Marjo, die beduidend meer voorgevel had dan ik. (Welmoed Barendsen: Sjaars. Belevenissen van een eerstejaars student. 2012)
• ‘Echt niet?’ plaagt Tamara hem en duwt haar prompte voorgevel nog iets hoger in haar beha. (Co Pee: Afhaalchinees. 2016)
• De desbetreffende maîtresse heeft een solide voorgevel … (James Worthy: Mottenballen voor de ziel. 2016)
• Ik moest naar binnen met m’n ontblote voorgevel met daaronder de flatteuze combi van een bruine 20 denier panty, daardoorheen schijnend een zwarte string met witte stippen en daaronder hoge laarzen. (Yvanka van der Zwaan & Mieke Kosters: Wine-up. Het fantastische rotleven van Caro, Anna & Esmee. 2016)
• Sommige mannen keken op een speciale manier naar mijn moeder: ze had namelijk een enorme boezem. Haar geweldige voorgevel droeg zonder twijfel bij aan de omzet van het café-pension dat ze dreef. (Jef Rademakers: Moef Ga Ga. 2017)
• Als ze niet oppast en ze wordt nog dikker, valt ze nog een keer met haar zware voorgevel plat naar beneden de trap af. (Rob van Donselaar: Studio Zeezicht. 2018)
• Ik probeer een grotere prothese. En nog een grotere. Mijn voorgevel wordt bij elke pasbeurt een stukje indrukwekkender. (Heleen van Royen: Sexdagboek. 2018)
• Je kunt gerust stellen dat onze samenleving een kleine obsessie heeft met onze voorgevels. Overal ter wereld worden onze melkklieren opgehemeld en aanbeden. (Jozefien Daelemans: De naakte waarheid. 2019)
2) (1810) (sch.) (grote) neus. 'Een goede voorgevel siert het huis' wordt gezegd van iemand met een grote neus. Soms ook in de betekenis van: aangezicht.
• Die dokters! 't Binne me kerels! Heele branies, as je ze ziet in d'r koesie en 'n gouwe bril op d'r voorgevel. (S. Abrahamsz.: Levende Beelden. Schetsen uit de hoofdstad. 1909)
• Veurgevel = voorgevel. Hai het n gèie veurgevel = een grote neus. (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)
• Hij heeft ’n voorgevel waar ge mik mee snijden kunt. (Toon Kortooms: Beekman en Beekman. 1949)
• Ze had niets te vrezen van de gymleraar! Hij kickte op voorgevels! Tietenwerk, zoals Elly het noemde. (Lydia Rood: Kus me. Kus me niet. 2011)
• Vind in Amsterdam maar eens zo’n goed restaurant dat géén arrogant kutpersoneel heeft of vol zit met patsers die je met alle plezier knoerthard op hun voorgevel zou meppen. (Menno Pot: Vak 127. 2014)
