Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 26-12-2020

moeder

betekenis & definitie

1) (2007) (Leiden) iets dat erg groot, fors is: 't benne moeders': gezegd van dikke palingen.

• (Hans Heestermans: Leidens mooiste woord. 2007)

2) (1970) (prost.) aanspreekvorm van de bordeelhoudster.

• Mina was uit luiheid en slapheid prostituée geworden. Zij was beland in een gesloten huis dat er heel fatsoenlijk en bescheiden uitzag en waar 's avonds heren uit de beste kringen binnenslopen. De meisjes waren er alleen 's nachts. Zij noemden de bordeelhoudster ‘moeder’ en moesten, nadat zij een klant ontvangen hadden, hun hoed weer opzetten en handschoenen aantrekken, alsof zij pas binnen waren gekomen. (Neel Doff: Dagen van honger en ellende. 1970)