Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 23-08-2021

de vissen voeren (eten geven)

betekenis & definitie

(1961) (sch.) kotsen (op zee). Vgl. Eng. slang: 'to feed the fishes'.

• 'Vissen voeren,' antwoordde Jan, 'ik ben zeeziek.' (W.N. van der Sluys jr. De club van Draadje knapt het op! 1961)
• Hij gaat de vissen eten geven: braken. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• Ga je de vissen voeren? [kotsen] (Inez van Eijk: Als m'n tante een snor had... Meer dan 8000 gelijkhebbers, afhouders, dijenkletsers en andere uitdrukkingen uit de Nederlandse taal. 1995)
• Het schip begint nu hardstikke te slingeren en zo meteen moet ik vast weer de vissen voeren. (Jan Cremer: Brieven 1956-1996. Gepubl. 2005)
• Ga je de vissen voeren? [Kotsen.] (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978. Vierde druk. 1980)
• (Inez van Eijk: Als m'n tante een snor had... Meer dan 8000 gelijkhebbers, afhouders, dijenkletsers en andere uitdrukkingen uit de Nederlandse taal. 1995)
• Na een goede race moet ik ook eerst even de vissen voeren en kan ik vervolgens vijf uur niks eten. (Algemeen Dagblad, 09/09/1996)
Er verschijnt nog een hoofd boven aan het trapje naar de kajuit. “Nou nou nou, wat is hij aan het doen?” vraagt Thierry aan Arthur.
“Visjes voeren”, grijnst Arthur. (Adri Burghout: Argwaan op Vlieland. 2018)
• Petra wordt zeeziek en gaat, zoals zij het zelf uitdrukt, met haar hoofd over de reling “de vissen voeren”. (https://blog2.rdeman.nl/, 25/09/2018)

< >