of zwarte magie noemt men toverij met slechte bedoelingen, in tegenstelling tot de witte magie, d.w.z. magische handelingen die een goed doel hadden en dus toelaatbaar werden geacht.
De naam is waarschijnlijk ontstaan door een verkeerde interpretatie van het Latijnse ars atracia, aldus genoemd naar de Thessalische vrouwen, vooral die uit de stad Atrax, die in de Oudheid wegens haar toverkunst bekend stonden. Uit ars atracia zou dan ars atra, d.i. zwarte kunst, zijn ontstaan. Ook kan het woord afgeleid zijn van het Griekse necromantie, dat men in verband bracht met het Latijnse niger, zwart. O.a. verleende het bezit van een toverboek de gave der zwarte kunst.
