zicht
zicht - Zelfstandignaamwoord 1. (n) de afstand die je kunt kijken door de lucht ♢ Vanaf het balkon hebben we vrij zicht op het haventerrein. 2. gezichtsvermogen 3. (f)/(m) (landbouw), (gereedschap) kleine zeis ♢ Gras maait men met de zeis, hav...